Wat wij alleen konden zeggen
Ik doe nu de dingen
waar jij nog altijd in leeft —
de zachte gesprekken
die nooit uit de lucht vielen.
Ik voer ze uit,
zoals men bloemen plukt
uit een veld waar niemand meer komt.
Wij dachten het leven
als een droom,
een traag verschuivend licht
op muren van verwachting.
En nu ga ik,
zonder jouw stem in de wind,
maar met jouw stilte in mijn passen.
Soms — als het avond wordt,
of wanneer een vogel schrikt —
denk ik:
hoe zou het zijn geweest
om dit moment met jou te delen?
Maar dan is het alsof jij zelf antwoordt,
zoals water antwoordt op een vallend blad:
met jou was het nooit gekomen.
Met jou bleef het blauw,
bleef het wens.
En ik draag het,
zoals men draagt
wat van niemand meer is
maar toch blijft bestaan
13 april 2025
Geplaatst in de categorie: afscheid
Jouw gedicht was erg prikkelend voor mij.
wat zij zouden kunnen zeggen
de zinnen die zij spreekt
waar hij nog steeds in woont
de verwoorde gevoelens
die toch uit hun monden droomden
zij zoekt
waar anderen tussen bloemen leven
op ‘n veld waar niemand iets weet
zij spraken over leven
‘n mogelijk heden
langzaam in ‘t licht van verandering
wat verwachtingen met zich meebracht
en nu gaat ze verder
zonder zijn stem in de wind
maar met stilte in haar stappen
met de stilte in de avond
of wanneer ze schrikt
denkt ze
hoe zou het zijn
om die wind weer op te steken?
dan kan hij schreeuwen door de dalen
zijn stem op laten nemen door de wolken
verlegen met de regen meevallen
’t blauw blijft aan hem kleven
wat hij ook wenst
‘en [hij] draagt ‘t
zoals men draagt
wat van niemand meer is
maar toch blijft bestaan’
Ik hoop dat je snel meer bijdrages levert. Mooie aanvulling.