Flitsberg
Ik zag de kleuren van het leven in de tijd veranderen, al was
niets ooit zwart-wit;
wat zich voor mijn ogen volbracht kan niet slechts gebracht,
als men zich aan geschiedvervalsing niet wil branden,
als weldoordachte esthetiek worden; het bewijs voor
wat zich afspeelde [hier wordt gehint op de waarheid] in
ieder afzonderlijk, of in elkaar overlopend, overlappend,
aanvullend en contrasterend, tijdsgewricht, is
wat zich wellicht laat vangen in dit Ginsberg-achtig
[het kan ook Dylanesk lijken voor wie de klassiekers
niet kent] gedicht dat door de overdaad aan gewicht
bezwijken zal als de pijlers, het kleurverloop door en met
mijn leven getekend, niet overeind blijken te staan,
wat zich raden laat; de meter slaat aan op aardse kleuren,
bruin, oranje, gelig, groen, alsof de lente de herfst
niet loslaten kon, en alles was losjes, natuurlijk
en vernieuwend in vale tinten met op de achtergrond,
wat zich ook voorgrond wanen deed, de lange manen van
de kutmuziek; de tragiek van het rollebollen voor
wat zich nog lang de waan behield, o man!, met al zijn
stank en grofheid en grauwe aanblik, daarentegen
was zij, zij, zij het boegbeeld, de vaandeldraagster,
wat zich vervolgens tegen haar keerde, iedereen
bezeerde zich in de opvolgende jaren van mint en
pasteltinten, tegen de plinten op klotsende schijn
en protserigheid en van gekkigheid in wit, gillend,
wat zich gluiperig chique wilde noemen, zwoele lenzen
op geboezemd roze, of galgeel, het knalde als carnaval
op grijze bakstenen; het traineren van haar onder druk,
wat zich uitbetaalde in weer een tegenbeweging, het herhaalde
recept dat terugkwam in de scheuren, de viezigheid
van het nabije verleden en de gelikte zweetplekken,
alles werd bedekt onder sentimenteel stof, gebroken,
wat zich goed leende voor het zogenaamde einde van
de geschiedenis, dixit, in alle kleuren, zolang ze niet
fout waren, werden geacht; spijkerblauw, (hout)hakkers-
combi, beeldschermgroen knippert door de nacht; wacht,
wat zich voordoet in stroboscopisch licht, en donker
als de wallen waren in voorbije jaren, onder de ogen
gekomen groengoed; gore kampvuurplekken
op het matras, het bier vast in de vloer en rook
wat zich verspreidde in coupés; lokalen en concertzalen
stonden blauw, grijs, wit, -ik weet het niet meer-;
balen van de bloemen(krans) of tomatensticker
op de fiets, bruin, zwart, en het groen kwam weer op,
wat zich moeilijk rijmen liet [een konijnenleger vecht niet]
met de witte voetjes en tanden onder de pacifistische vlag,
het naïef-grijze wol in de zwarte kisten, wat zij nog niet wisten,
maar anderen wel bevroedden, dat alles zich herhalen zou
in de komende eeuw. Als de wanhoopschreeuwen de tijd
niet overstemmen in één onbeschrijfelijke flits,
wat zich op het moment van schrijven wrang smaken doet.
... enigszins geïnspireerd door 'Howl' van Allen Ginsberg ...
Schrijver: Sjors Boesch, 26 mei 2025Geplaatst in de categorie: algemeen