VAN DE BELOOFDE HELPER
De vlammen op de hoofden
En van de wind het gieren
Er viel nog niets te vieren
Voor wie in Hem geloofden
Het was wel even schrikken
De angst was goed te lezen
Uit ieders diepste wezen
Getormenteerde blikken
Maar toen de wind ging rusten
Was het dat allen spraken
In één taal van hun taken
Wat de gelederen suste
Vol geestdrift, vuur op tongen
Trok men naar verre landen
De Trooster was voorhanden
Er was een Bron ontsprongen
Wat men nog niet kon weten
Is wat er zou geschieden
De woede die zou zieden
De haat, de vele kreten
Die hen de beul liet slaken
Het martelen, de leeuwen
Verscheurend en de eeuwen
Van klopjacht en verbranden
De Nationale Badkuip
Berucht, van duizenden
Klonk er de laatste zucht
De Inquisitie kreeg lucht
De Trooster bleef een baken
Geplaatst in de categorie: religie