Noodweer
Hoor de wind waait om het huis,
Regen slaat met kracht op de daken,
Mensen schuilen voor het weer,
Alle werkzaamheden buiten staken.
Het oude huis wankelt op z’n vesten,
Fietsers vliegen uit hun baan,
Vogels schuilen in hun nesten,
Lijkt wel dat de wereld zal vergaan.
Peter houdt zijn vingertje al bij ’t gat,
Vreest het land zal onderlopen,
Als de dijken het gaan begeven,
Wat een rampspoed zal dat geven.
Maar dan gaat de wind plots liggen,
Keert de rust weer in het land,
Ook houdt de regen ermee op,
Lijkt wel alsof er niets is aan de hand.
Geplaatst in de categorie: rampen