Slachtmaand
November nat, grijs en stormig,
Wandelaars diep in d’kraag weggedoken,
Fietsers over hun stuur gebogen,
Allen op weg naar de warme kachel thuis.
’t Snorren van ’t roodgloeiend houtvuur
Overstemt ’t spinnen van de kat,
De was hangt dampend voor de kachel,
De beslagen ruiten druipend nat.
Vader blaast de rook rond van zijn pijp,
Moeder staat te kokkerellen,
Hutsepot met klapstuk, soms hachee,
Met de jongste aan d’r voeten.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden

Geef je reactie op deze inzending: