De eenvoud
Men zoekt het nieuwe, 't onbekende pad,
In vrije versen, zonder rijm of maat;
Maar 't hart, dat stille hoop en liefde had,
Verlangt terug naar wat weleer bestond en baadt.
Geef mij de strofe, vast vanouds en rein,
Een metrum kloppend als een aangespoord hart,
Waar 't woord nog schittert in de morgenzonneschijn,
En 't leed verzacht waaruit de dichtkunst start.
De eenvoud wint, in taal die eeuwen duurt,
Geen wilde sprongen, doch een trage gang,
Die 't zieleleven in ons allen stuurt,
En zingt gestaag zijn onverstoorb're zang.
Het gewone gedicht, het blijft het best,
Een toevluchtsoord, een schone, vaste rust.
Geplaatst in de categorie: kunst

Geef je reactie op deze inzending: