We noemen hem Kees XI; ‘de zaak’
weer een nacht
abominabel geslapen
ik lag daar voor apegapen
denkend aan ‘de zaak’
aan dat verse eelt
op de toppen
van zijn linker vingers
hij moet
vlak voor zijn dood nog
hebben gespeeld
‘deinend als de zee’
in zijn laatste gedicht
bekommert hij zich
slechts om de melodie
boven elke ritmiek
en zelfs thematiek
die
amper ter zake doet
dit moet goed
tot mij doordringen
ik moet stevig voort met drinken
uit zijn mateloze verzen
alle fris getapt
de smaak van insomnia
intussen is bitter maar
zijn ingesleten grimas
zoals het was
in het licht van die enkele lamp
wordt pas rampzalig zodra
die de grens van
mijn dromen heeft bereikt
Geplaatst in de categorie: individu

Geef je reactie op deze inzending: