Ode
De ziener staart met dode ogen
langs de lange horizon.
De einders lijken weidser
als hij ze met zijn blik beschrijft.
Zijn blijven is zijn reizen,
zijn reizen is een blijven.
De ziener ziet alleen als hij niet kijkt
De ziener zit stokstijf en lispelt
met droge lippen werelden
en gods verlaten schepping
en werelden aaneen.
En ik,
ik drink zijn woorden
Manna, honing van de goden
want ik ben ziende blind
en wil blind zijn zoals hij.
Geplaatst in de categorie: overig