Dieper
Onder de zeespiegel ligt het wiegend graf.
Er hopen zich knoken op:
de schedel van een waaghals
het bekken van een wees
de wervels van een wegpiraat.
Boven de wolkensluiers
In het trillend blauw
Hoor ik de ijzervogel naderen
landend met klapwielen
een mensenlading in de buik.
Geen schram
Geen geknakte vleugel
Geen brandend wrak
Geen tollende hoogtemeter
Het rijzende besef:
De dood zoekt geen prooi om te spelen
zoals een luipaard
Hij haalt een manke gazelle onderuit
en laat hem terug lopen.
Opnieuw orde scheppen:
Tekens worden woord worden zin worden boek
Doorstoten naar het toppunt van geduld:
Wachten op een lezer.
Geplaatst in de categorie: rampen