Opa
De morgen van zijn honderdste verjaardag
Kreeg opa een beschuit bij zijn ontbijt
En deden alle zusters even aardig:
Per slot is honderd jaar een hele tijd.
Hij mocht de hele dag bezoek ontvangen;
Er werden stoelen rond zijn bed gezet
En roodpapieren slingers opgehangen;
Dat gaf meteen zo’n feestelijk cachet.
Om half elf kwam de directeur persoonlijk,
Gewapend met een potplant en een speech,
Te lang en slaapverwekkend als gewoonlijk,
Maar opa hoorde toch al jaren niets.
Met zware stem en machtige gebaren
Besprak de directeur de tijd die vloog,
Wat misschien gold voor opa’s honderd jaren,
Maar vast niet voor des directeurs betoog.
Daarna kwam er een stroom familieleden,
Uit Siddeburen zelfs en uit Goeree,
Vol jaren opgespaarde hartelijkheden
En ieder bracht cadeautjes voor hem mee.
Voornamelijk tabak en confituren,
Maar ook een paar pantoffels en een vest
En drie kisten sigaren, hele dure,
Want zijn gezichtsvermogen was nog best.
Des middags na het verplichte uurtje rusten
Werd hij opnieuw bewonderd en verwend
Door bloed- en aanverwanten die hem kusten,
Nog voor dat hij ze eigenlijk had herkend.
Rechtop in bed met blosjes op de konen,
Omringd door al wat hem gegeven was,
Leek hij tussen zijn oudgeworden zonen
Een fenix, rijzend uit sigarenas.
Maar ’s avonds is de hoofdzuster gekomen,
Nadat de gasten waren weggegaan,
En heeft al die cadeautjes meegenomen,
Waarvan het gebruik hem niet was toegestaan.
Tabak en chocola, het vest met mouwen,
Daar wol nog wel eens irriteren wou;
Alleen het paar pantoffels mocht ie houen,
Toch jammer dat hij nooit meer lopen zou.
Inzender: Nelleke, 13 mei 2003
Geplaatst in de categorie: humor