Anker
Als de zon dan toch moet zinken
Slinger dan het anker, de weerhaken van jouw hart
Naar mijn vel en vezels
Vlucht in een grijze sluimer
Want moe van de veldslag
In een woestijn van dag en dauw
Of gauw nog wat blazen op de loftrompet
Alles gaat goed!
Moe van beuken tegen de poorten van het fatsoen
Wil je vergeten
In een wollen deken
Waarom niet in mijn armen
Die grijpgraag wachten op jouw huiver?
Beloon hun geduld
Waag de reis door de ovens van de nacht
Waar de keten van onze drift smelt.
Geen minuut te laat
Zoals de bode klokvast
Mijn aangetekende brieven brengt
Alhoewel ik walg van gewoontes
Wil ik dit morgen rond middernacht herhalen.
De reis langs schimmen van vuur
De duik in jouw wakkere kratermond.
Dus werp het anker
Want jouw schip is op drift
Morgen wil ik weer zwichten
Voor jouw troebele zwier
De daadkracht, de geestdrift die overslaat
Met de hoefslag van een wild paard.
Want onze reis voedt het raadsel van de kosmos
Zwarte gaten en spiralen van stof
Terwijl we duizelen van vragen
Waait de poort wijder open
Worden we nachtblind in verzengend licht.
Geplaatst in de categorie: liefde