MOEDER
Schuifelend met de handen voor zich uit
Glijdt een schaduw door de spiegelruit.
Een schimmig spook vol stilte
stolt in klamme kilte
tegen het behang.
Beverig, leunend op een stoel.
IJl en licht, zonder gevoel
wordt er frêle gekucht.
En dan een lange, lange zucht---
Een doodse, stille lach.
Haar zachte hondenblik
streelt mijn ogen; ik slik.
Het dorre lijf behoedt het licht,
die vreemde gloed in haar gezicht.
Maar ook die glimworm wordt vertrapt.
Opgedroogd en uitgeblust;
nu is ze leeg gekust
en zinkt in het Zwarte Gat
van harde knoken. Ze is het zat.
Alles kraakt van stem tot teen.
Er rest alleen
de kartonnen glimlach
van de Mona Lisa.
Inzender: Frans Rochette, 4 mei 2004
Geplaatst in de categorie: moederdag