Hij/Zij
Zij hield van ijzig blauw
Hij meer van geniepig rood
Zij hield van mooie kleren aan
Hij meer van uit en bloot
Zij hield van katten
Hij van de hond
En als hij schreeuwde
Hield zij haar mond
Hij deed aan sport en hield van racen
Hij wilde naar Hawaï
Zij naar de Hudson Baai
Had er veel over gelezen
Hij wilde kinderen
Zij liever niet
Een huis met tuin was altijd al haar ideaal
Hij vond een flat genoeg
’t Gooi banaal
Mijn Oma alleen weet
Waarom die twee nog bij elkander bleven
“Jongen,dat is de ware Liefde
Van die meneer en die mevrouw
Dat zal het wezen”.
Geplaatst in de categorie: liefde