Loflied voor de melkkoe
Er ligt iets blij in het lome oog van de koe
Zij lijkt wel de heilsbode van het gras
Alhoewel zij straks omgekeerd en moe
Aan de vleeshaak hangt
En getuigt van de melkfabriek die zij was
Van hoe zij, grazend, groen door wit vervangt
Zo rolt zij, tong uit de muil, naar haar beul
De romp doorsneden
Een lamme tocht langs de bloedgeul
De lispelende stroom naar beneden
Maar nu nog ligt zij hier hevig te herkauwen
De noeste boer slijpt de zeis
Het kan haar nauwelijks benauwen
Haar koele kop geeft geen kik, vormt het bewijs
Dat zij haar lui verteren
Het gereutel van haar 4 magen
Voorlopig niet af wil leren
Haar zalig verklaren is een tikje overdreven
Alhoewel ik haar nooit zag happen
Naar de verboden vrucht
Hooguit en na een loopse dag
Kon ik haar op een zucht betrappen.
De wind ging naast haar liggen
En laag scheerden de wolken
Over de glanzende kim
De boer woog smalend zijn biggen
En zij, vetgemest maar uitgemolken
Ging op in het lood van de avond
Een gestolde schim
Geplaatst in de categorie: dieren