Atjeh 01-01-2005
die dag lag helder op de kim
het water rimpelloos in hemelsblauw
aan het zwerk was het ademstil
op het strand een scheepje aan het getouw
uit een diepe slaap ontwaakte het achterland
alles kwam tot leven onder het morgenrood
ook de garnalenvisser met zijn rietenmand
die een slokje nam uit de klappernoot
hij was uitgevaren voor zijn dagelijkse brood
gespannen turend naar het water en het net
toen werd hij gevonden uitgemergeld en halfdood
daar was geen geliefde om hem te kussen
daar was geen kind meer om in slaap te sussen
Geplaatst in de categorie: actualiteit