Jaloers
Soms leun ik in haar zetel achterover
De mouwen opgerold
Een lome blik, de longen vol
Van zuchtend lover en vertrouwen
Tot ik in die fluwelen klauw stik
Hoe ik haar begeer blijft haar vraag
Terwijl ze om een ander snikt
En ik elders niets meer waag
Dan een beleefde knik
Uit het slipje dat rondslingert
Snuif ik een vreemde geur op
De sterkere kiem, de wilde wingerd
Zo haken we naar zoom en kant
In een drijvende tuin
Tussen bruidssluier en bamboe
Verloren in een luie droom
Het puin van gisteren
Het dom gedoe om weinig
Geplaatst in de categorie: liefde