dolle koe
ze staat in mijn hof te grazen
met vlokken op de lippen
trappelend in het rozenperkje
nippend aan mijn vijver
ik raad de spons onder haar schedel
dode cellen die een leemte laten
als ze me zo stomp staat aan te gapen
droom ik dat ik in melk verdrink
toch loof ik keer op keer de Goede Heer
dat ze me in mijn hangmat laat slapen
ze doet niemand kwaad
besmet meel was haar fataal
wondje in de mond
virus in het darmkanaal
morgen moet ik haar slachten
ze tast de voedselketen aan
zei de wet en ik begon stiekem
stil alle hoge boeren te verachten
stuiptrekkend zakt ze door achterpoten
alle scheldnamen vergeten
die ik voor haar verzon
ze valt zelfs niet meer te vreten
Geplaatst in de categorie: dieren