GEZICHT OP GRONINGEN
De grauwe najaarsdag verging in regen
en werd, gedreven naar de avond, mat.
In 't struikgewas langs het bespoelde pad
vielen de droppen bij het nauw bewegen
der lucht met zacht geruis van blad op blad.
Dan plotseling breekt uit de wolkenvegen
een verre lichtval naar omlaag en tegen
een gouden kim staat tintelend de stad.
Verbijsterd zie ik over 't weiland gloren
een spiegelende ruit, het koper van de toren,
het hoge koor, de muren glansomspreid.
Er zijn daar in vervlogen kindertijd
verwachtingen zo veel en schoon geboren.
In 't welkend loof lispelt een zucht: Verloren!
Inzender: Ruurd van der Weij, 13 december 2005
Geplaatst in de categorie: jaargetijden