Gods dienst
Mummelend schreef ze haar enige God en
Jezus almachtig als zij helder was
sneden haar psalmen elk ketter de pas.
Hen schonk ze steevast d'r bedlegervodden.
Ze speelde doorgaans de dertiende zot:
zweeg van des duivels; opvliegende gassen
trok met haar lenzen, wat steels in de kassen
over haar lei kwade uitspraken vlot.
“Wel godverdomme, niks mag alles mot!”
drukte ze uit bij versnellende passen
van zwermende zusters, jagend haar vuur.
Veinzend in onschuld, voorwaar overstuur
zwoer zij op laster van zijn paperassen.
Het woord vloeide papa, vers uit een pot.
Geplaatst in de categorie: religie