ik rook pecunia
ik was mijn handen
weer in onschuld
ook parelen mijn
tanden in de mond
hun lachend ongeduld
ik wil wel spreken
jou mijn zwarte piet
toesteken maar
je bent te lief om
dief met mij te zijn
ik was niet wit
wat zwart moet wezen
ik grijs in geld
om daar te zijner tijd
nog iets van op te steken
ik rook pecunia
altijd al van verre
gooide de duurste olie
op het vuur van
vele mooie sterren
maar de wind heeft
mij geen eieren gelegd
de lege dop kreeg ik
pas later keihard
op mijn eigen kop
Geplaatst in de categorie: liefde