Vergankelijk
Je ogen smelten in hun duister licht.
Je koude haar is een doorwaadbaar weefsel.
En op je nauwelijkse lippen ligt
De oude dauwglans van je lauwe speeksel.
Je siddert en uit trillingen bestaat
Je naakte slaap. Bijna alsof je luistert
Of aan mijn niemands mond een kus ontstaat
En ik mijn adem in jou adem fluister.
Of huiver met mijn lippen aan je hals,
En aan je borsten, de gebenedijde
Terwijl ik in je lichaam vloei,
Zoals een weinig wijn verdwijnt in rode zijde.
Geplaatst in de categorie: liefde