wilg
neem nu een boom, een heel gewone
geen eik, beuk of lork, maar doodnormale
wilg met treurig lange, harkerige takken
aan een verre, mistige waterkant
even later een glanzende vrouw
aantrekkelijk gezicht en mager lijf
en grote, hele grote kanovoeten
zij wacht op jouw oor tegen haar bast
zij kraakt, wiegt en perst sappen
van worteldiep naar blader hoog
gevangen zonlicht slaat zij op
in het hart tegen bederf en ongerief
de boom eens een zaadje op de wind
vluchten verleerd, te veel vaste grond
pompt jaargetijden in en uit, ruist
en een mens, als ik, ontdekt
op die plek een huis uit haar droom
in plaats van een nutteloze boom
fluisteren van bladeren geeft niets
er helpt geen moedertje lief meer aan
Geplaatst in de categorie: landschap