Hoe 'k altijd maar dichter word
Omdat moeten niet mag
belde mijn grote liefde
mijn vulpen me gisteren
geheel spontaan op
Toch sprak ze
alsof niets eruit wilde
Gelukkig was de verbinding goed
ik wist meteen waar ze zat
Een ogenblik van haar vandaan
zie ik een kostbaar schepsel
in een kaarsblauwe zeepbel
zweeft dwarrelt rolt en stort
plots van een waterval van stilte af
zeepbel trilt schreeuwt en scheurt
ze valt
patat
tot op de groenig opgedroogde vijver
en verdampt op haar gemak
tot de volgende keer
In een bezorgde bui smeek ik mijn pen
ze komt toch terug komt ze terug
Jaja jazeker ze vroeg zelfs of we haar
Muze, noem ze zo maar
straks in het open veld komen opzoeken
Ondertussen lig ik al klaar
met niets dan natuur om me heen
niets dan natuur dus alleen
ze moeten
er toch bijna zijn
Maar ook morgen komen ze niet
zeker in de liefde
mag dit moeten
niet
Brr wat kan dauw
onder me toch nat zijn
Nog tot overmorgen
blijf ik hier vrijwillig liggen
Tot dan doen Muze en pen
me elke seconde steeds meer dromen
van inspiratie die nog mag komen
door mijn gevleugelde liefde
voor die twee
Geplaatst in de categorie: literatuur