Zie toch hoe groen
Marieke, zie toch
hoe groen het land,
hoe vol van bruisend leven.
Geef me je hand!
Je kent toch nog
de lieve geur
van lentedreven,
van bomen versgesnoeid.
Kijk dan hoe alles groeit
en reikt naar 't licht,
de lange winter
en de koude dood voorbij.
Laat ons
door malse weiden sompen
voor 't wonder
van de eerste paardenbloem,
van 't eerste madeliefje.
Kom mee,
we vinden wel onze klompen
weer, als de avond komt.
Dan schrijf ik je op een briefje
hoe mooi je was,
hoe vol van lentegeuren
en ik lees 't je voor
als 't laatste licht verstomt.
Ik wed, dan gaan je wangen kleuren.
Een lijster juicht dan heel nabij,
voor jou, voor mij, mijn liefje.
Geplaatst in de categorie: liefde