inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 12.235):

granaatappel

mijn arm graait in een hoge struik
kalend in de lome droogte

doorheen de doornige vlechten zie ik de kruik
steil en stil op jouw kruin, een roerloze hoogte

mijn voeten zinken in een heuvel van mat lover
ik raap één blad, ovaal en toegespitst, met een gave rand
bloesem aan de scheuttop, jouw parfum waait over

jij kwam hier op een rafelig tapijt neergestreken
geweekt in de spanwijdte van de Middellandse Zee
jouw gespleten tong heeft me leren spreken

toch zwijg ik en pluk de ronde vrucht
mijn nagel scheurt het leer van jouw schil
de pit in de korrel drijft in gelei
speeksel borrelt op tot ik bijt en wil

dan smeert jouw stroop de kleine kegels op de tong
de vellen die wrang smaken kleven aan een hoektand
je spant in mijn vuist, het vlees druipt in het zand
ik hoorde de lijster die door mijn ader zong

Schrijver: Wim Veen, 27 augustus 2006


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 462

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)