inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 12.398):

Keursdichter

De veertien regels van het fraai Ronsard sonnet
- geschreven door gebruik van twaalf lettergrepen –
snakken naar een eigen plek en daarom slepen
we twee maal vier zinnen in omarmd rijmcouplet

wat nu nog rest wordt duo trio, dat past net
in terzinen – mij klinkt deze naam benepen –
die een wending moeten kunnen onderstrepen
waarmee de kern van het gedicht wordt neergezet

bekijk tot slot heel goed de klemtoon van elk woord
tot u het monotone tjoeke- tjoeke hoort
deze cadans klinkt door de klanken als een trein

ontneemt de vorm uw vrijheid, dan geen dichtersnood
laat strenge Ronsard regels niet een keurslijf zijn
hij controleert allang niet meer; de man is dood

Schrijver: sacrajewa, 8 september 2006


Geplaatst in de categorie: algemeen

3.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.163

Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
Jeltje
Datum:
21 september 2006
Wat u zegt klopt! Ik was de Tachtigers vergeten. Schande!

Zij streefden grotere spontaniteit en kleurenrijkdom van de poëzie/literatuur, de "allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie" na!

Helaas is dit de wereldliteratuur enigszins ontgaan, maar dat mag de pret niet drukken.
De geïnteresseerde lezer is nu in elk geval volledig geïnformeerd omtrent de oorsprong en de vele metrische verschijningsvormen van het sonnet. Ook de Nederlandse!
Dank!
Naam:
Sacra
Datum:
13 september 2006
Dank u wel voor uw reactie.

Hoewel de uitleg die u geeft elke sonnetliefhebber bekend zal zijn, waardeer ik de moeite die u nam deze nog even onder de aandacht te brengen.

Over het aantal lettergrepen moet ik u echter tegenspreken.

Ik zal er een voorbeeld van geven met een sonnet van de bekende Willem Kloos:

Van de Zee
Aan Frederik van Eeden

De Zee, de Zee klotst voort in eindelooze deining,
De Zee, waarin mijn Ziel zich-zelf weerspiegeld ziet;
De Zee is als mijn Ziel, in wezen en verschijning,
Zij is een levend Schoon en kent zichzelve niet.

Zij wischt zich-zelven af in eeuwige verreining,
En wendt zich altijd om, en keert weer waar zij vliedt;
Zij drukt zich-zelven uit in duizenderlei lijning
En zingt een eeuwig-blij en eeuwig-klagend lied.

O Zee, was Ik als Gij in àl uw onbewustheid,
Dan zou ik eerst gehéél en gróót gelukkig zijn;

Dan had ik eerst geen lust naar menschelijke belustheid
Op menschelijke vreugd en menschelijke pijn;

Dan wás mijn Ziel een Zee, en hare zelfgerustheid,
Zou, wijl Zij grooter is dan Gij, nóg grooter zijn.

Uit: Verzen (1894)

Zoals u kunt zien een vers met 13/12 lettergrepen.
Hiermee wil ik aangeven, dat er een enorme verscheidenheid aan vormgeving van sonnetten is.

En klopt het bovenstaande sonnet niet naar uw mening, lees dan nog eens de laatste zin!
Die houdt namelijk de ‘grap’ van het geheel in.
Naam:
Jeltje van Schoonhoven
Datum:
9 september 2006

Het sonnet bestaat uit 14 versregels in meestal vijfvoetige jamben (variërend van 9 tot 11 lettergrepen) In de loop der eeuwen hebben ook andere bouwvormen en metra hun intrede gedaan. Wat de oorsprong betreft, vermoedt men Provenzaalse, zelfs Arabische invloeden, maar zeker is dat er in de 13e eeuw op Sicilië een verbinding ontstond van een strambotto van 8 met een van 6 versen (Dante, Petrarca). Petrarca kreeg een wereldwijde invloed. In Frankrijk werd het sonnet in de 16 eeuw ingevoerd door C. Marot en de Plejaden (Ronsard). Bron: Gero von Wilpert, Sachwörterbuch der Literatur.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)