Ode aan december
het deinen, schijnen, doelloos
wiegen van kaalgekrenkte ranke takken
vergruizelt in het winterwoelen tot een wind
grasgefezel tot een vlakte
een bos baart, een duister hol
thuisloze sterren kraken
door het neergestorte meer
ijszwarte spiegel van een heelal
tot diep in de aarde
stroomt de nacht weg,
aan de kabbelende oevers
leeft een houten huis
luchtig, ritmisch, dansende lichtechoos
gloeiende sterrenstof binnenin
lamp bengelt, een gitgouden schouwspel, valt
tevoorschijn uit de schemerhemel
mijn ogen glimmen als een Griekse god
nog kalm door het slapklapperende raam, grijnzen
-hier en nu mag mijn wereld beginnen, thuis-
sleep me draaiend om
en
beschrijf de liefde
voor jou als nooit tevoren
Geplaatst in de categorie: landschap