Waar de winter was?
De takken hangen ijl omlaag
de stammen zuilen de wortels.
De winterschilder kwast grif
het plafond met verse sneeuw.
Ik loop, hoofd in de lucht
mijn oren zeilen op wind.
Ik adem als een vrije vogel
door wijdopen neusvleugels.
IJs dampt uit in wolken
zwierig walsend buiten maat.
Hemels deinen op de zon,
cimbalen schellen golven.
Ik zweef, los in de benen
mijn voeten flappen het roer.
Nu duik ik, ben walvis
stroomlijn, zwiep in zee.
Zie ook: http://www.depriman.nl
Schrijver: Anton van Amerongen, 5 maart 2007
Geplaatst in de categorie: jaargetijden