wandelaar bij Delphi
roomwitte parels blonken langs
goudsnoer dat parelmoer glansde
tussen de welving van haar borsten,
haar linkerhand schitterde robijn
haar rechterhand toonde saffier
zijden windsels verhulden
geraffineerd de tere rondingen,
van dat mooie lichaam, gewikkeld
in zachte spinsels van zijderups,
dat alles zag ik duidelijk
in de spiegels van mijn ziel
mijn naam is Apollo, zonnegod,
het marmerbeeld doet mij denken
aan Artemis, mijn zusje, jachtgodin,
de eerste vrouw die ik ooit
stil en roze, ja naakt zag baden
in Delphi's warme, bruisende bron,
wat ik nooit durfde vertellen
ik ben Apollo, de zonnegod,
ik bespeel mijn gouden lier
ik schenk sinds de Oudheid,
naar men zegt, de wijsheid
en de schone kunsten
aan al Zeus' onderdanen
geloof me, wandelaar, als ik zeg
dat ik al eeuwen dwaal en zoek
naar de aardse vrouw, zonder
zijde, saffier, robijn of parels,
naar de aardse vrouw, een Artemis
die met pijl en boog jaagt,
en niet bang is voor het lot,
waarvoor ik ten diepste huiver
Zie ook: http://nvt
Schrijver: Tjoke, 20 september 2007
Geplaatst in de categorie: individu