inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 18.240):

Elfstedenijstijd

Uit het hoogste noorden valt een norse wind,
barsten dwarse gaten door trillend middenrif.

Zwaar als lood zakt bloed grijs in benen,
trekken spieren stijf, slaan armen zich bitter.

Zinkwit sterven teugen mist buiten adem,
vriezen lippen vast in een blauwe maankus.

Kristallen groeien en krassen bloemen in ruiten,
de dromen liggen in diepe voren sneeuw gegrift.

De ontvleesde zon schijnt zilte stralen de ochtend in,
de poolkou trekt niet meer op, daalt almaar neer.


Zie ook: http://www.depriman.nl

Schrijver: Anton van Amerongen, 8 december 2007


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

2.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 434

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)