Bebloed ongebroken
Voor eens en nooit weer wacht ik kijkend naar boven
Bebloed ongebroken, de veroordeling af
Ik ben in de kerk, waar de priesters geloven
In de macht van het schandblok, en bekering door straf
Het onwetend oordeel, welk vandaag wordt geveld
Zal verschoond of beschuldigd, mijn leven doen keren
Geen straf zal mij deren, noch de eisen gesteld
Want ik kan, en ik zal, mijn geloof niet negeren
Doch het is niet de Here, noch hetgeen is geschreven
Niet de schaamte van zonde, of publiekelijk appèl
Wat mij drijft en de geest geeft, naar het goede te streven
Is mijn zuivere hart, en het geloof in mijzelf.
Geplaatst in de categorie: spijt