De begraafplaats
vanuit mijn venster kijk ik neer
op de levenden van zeer weleer
ze liggen onder zware zerken
aan hun toekomst te werken
die hemelvaart beslist beperken
maar hoor nu eens de berken
en zachtjes ruisen rare populieren
en de wilg bezingende dieren
hoe spelen ze het ruisend klaar
zo heel ver van nu vandaan
de lijken willen blijven leven
al is het slechts voor even
ze blazen mee met de harmonie
en geven zo hun rijke zegen
ze weten van de botte ironie
die God hen heeft meegegeven
ze rusten nu in stilte braaf
totdat op een dag heel gaaf
ze openbarsten in gelach
dat God hen van verre gaf
ze worden luid opgeroepen
om hun verwanten te bezoeken
en met hen breed te vieren
nichts kan man noch verlieren
achtenzestig jaar geen kans
om werkelijk mens te wezen
ze ontsprongen zo de dans
om triomf af te lezen
ach wat rest er nog
het zijn slechts verre neven
die wij niet konden groeten
omdat de dood hen eerder mocht
ontmoeten
Geplaatst in de categorie: oorlog