Rupsje Nooitgenoeg
Van dat hupsend en vinnig venijn
dat als vraatzuchtig rupsje nooitgenoeg
haar cocon beklemmend om mij sloeg
lijkt de honger nooit gestild te zijn.
Verstand nipt weer van appetijtelijk azijn
als een groen blaadje slaat het zich voor de kop
verdoofd als ik alles gelaten verkrop
het verlangen krijgt men toch niet klein.
Waar zij in mijn buik
zo snel en welig tieren
maar niet verder willen stijgen
vegeteert mijn hopeloze hart
en vraagt vertwijfeld aan die dieren
zal ik een van u ooit krijgen?
Geplaatst in de categorie: liefde