Dubbelleven
Wat is het toch, dat zachte
die zephyr in mijn armen
dat vriendelijke vreugdevuur
waaraan ik mij kan warmen
Ze ligt met mij verstrengeld
tevreden, moegespeeld
en ik zie in haar ogen
dat ze mijn gevoelens deelt
Maar wat is toch dat ijle,
die gedachtenparasiet
de schuldbewuste oorzaak
van dit slepende verdriet
Gewikkeld in een ochtend
die vast minder bitter smaakt
droomt ze nog of is ze
net als ik zojuist ontwaakt
Geplaatst in de categorie: rampen