De nette heer
Hij loopt stevig door
in de harde wind.
En stamelt woorden voor
ja, voor wie?
Fluisterend, als een ondeugend kind.
Hij is een nette heer
Maar zijn woorden kloppen niet.
Ik pak z'n arm.
Voorzichtig, keer op keer
Hij kijkt me donker aan
Alsof ik hem bezeer.
Met lege ogen, ja, van wie?
Het is een nette heer
Maar zijn ogen kloppen niet.
Dan plotseling staat hij stil,
En kijkt verward omhoog.
Onrustig slaakt hij een vreemde gil.
En sluit zijn handen om zijn oren
Ja, om wat, wat wil hij niet horen?
Het is een nette heer
Maar zijn oren kloppen niet.
In een opwelling houdt ik hem vast.
Ik, trouwe onbekende vriend.
Beschermend, zoals hij 't verdient.
Maar ongevoelig rukt hij zich krachtig los
En loopt weer verder, ja naar wie?
Het is een nette heer
Maar zijn gevoelens kloppen niet.
Inzender: Charlotte van den Brink, 11 maart 2009
Geplaatst in de categorie: ziekte