VOGELTJE
Een doodgewoon klein vogeltje
zijn borstje als een kogeltje
staartje rechtop gelijk een speertje
gedroeg zich als een vief jong heertje
Hij kon niet anders, het was maart
had al zijn energie gespaard
nu moest het er maar eens van komen
gezocht het vrouwtje van zijn dromen
Zij was bedeesd en wachtte schuchter
bekeek zijn druk gedoe wat nuchter
hij sleepte pluisjes, blad, een veertje
zij dacht:'t is naar mijn zin, dat heertje'
Het nestje door hen saam gevlochten
onthulde trots wat zij vermochten
't was een juweeltje van vernuft
hij pronkte, zij gedroeg zich wuft
En eindelijk, eindelijk was het mei
daar kwam alras het eerste ei
hij floot van vreugde en plezier
het nestje telde er weldra vier
Zij zijn ook allen groot gekomen
stofferen nu de groene bomen
de ouders zijn weer uit elkaar
verzamelen kracht voor volgend jaar
Geplaatst in de categorie: natuur