Mozart
Ik heb je ooit de liefde verklaard.
Nu ja, ooit, zaterdag was het, om precies te zijn.
Verdronk gister nog in je prachtige ogen
en maakte van je glanzende haren een gedicht.
Nu dan, op deze grauwe zondag in maart,
als de langzame nevel van een glas wijn
teveel optrekt en je me wel lijkt gevlogen,
en mijn rijm verschraalt, en je gezicht
me zo wat uitdrukkingsloos aanstaart,
en je haren van een pruik blijken te zijn;
en ook je borsten me hebben belogen.
En je liefde me zowat heeft opgelicht:
zo luisteren we in bed naar Mozart.
Bij Mozart is elke noot ‘t zingen waard.
En op deze zondag waarop mijn
kater wordt genezen, en er geen gelogen
woord bestaat; en als Mozart even licht
als met een hemels duivelse vaart
in mij zingt, zich in mij vastzet, in mijn
gedachten, en elke toondichtzin bevlogen
zich op de kern van de liefde richt:
zo luister ik naar je met Mozart.
Lief,
Ontdoe je toch van je valse haar, ‘t
Zal me toch worst zijn
dat je met je haren hebt gelogen
en dat je borsten naar benee blijken te zijn gericht.
Het is me nu van alles waard
dicht bij je borsten en kale haar te zijn.
Laten we elkaar zien door heuse ogen.
Ik wil dat je kaal en puur naast me ligt.
Geplaatst in de categorie: liefde