inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 26.407):

Gebleven hemeling

(voor Jacobus van Looy)

In stilte groeiend, als een cactus
in de Marokkaanse woestijn,
krankzinnig met de heilige gekken,
die hem de zon door zijn schedel
boorden. Verliefd op het woelige
Tanger, zoals later zijn collega
uit Friesland. Hij verdween in de
kleuren om hem heen, hij zwom tussen
de siervissen in de vrije oceaan.
Dit zuidelijke hart, dat snel en
intens sloeg, als de roffel van
een inheemse medicijnman, die weet
hoe te louteren, hoe te leven. Hij
verdronk in zonnige kunstschatten.

In het koude Haarlem dacht hij vaak
terug aan dierbare beelden, vergezichten
van prachtige natuur, meisjes met
rinkelende oorbellen en zwierige rokken,
mannen met trotse gelaten op krachtige
paarden. Zijn heimwee deed pijn en als
een smid boog hij het ijzeren leed in
zijn vurige verlangen kunst te scheppen.
Wat nou alchemie? Met zijn blote armen
sloeg hij de goudmijnen open voor de
blinde buitenwereld. Wees gegroet, integere
man, uit een ver, eenzaam paradijs.

Schrijver: Joanan Rutgers, 8 juni 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 122

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)