Duel
I.
De zon scheen op de afgesproken plaats,
zo vertelde het horloge in mijn rechterhand,
ik spuwde een laatste rochel pruimtabak
bij wijze van waarschuwing naar de overkant,
mijn ogen schreeuwden het uit van angst,
toen ik van bittere woede de trekker ontstak.
Gelukkig, voor mijn gewezen rivaal, was het
mijn ziel die op tijd de verbinding verbrak.
II.
De zon scheen op de afgesproken plaats,
zo vertelden haar lang gedoofde blauwe ogen.
Zij reikte mij haar hand en leidde mij langs
tweemaal zeven paden, door het duister en
het licht. Ik keek terug op een pad van
ingehouden tranen, van geluk en van verdriet,
nooit doorleefde passie, als een kamerplant verdord,
oh levenden vergeet deze les toch niet...
III.
De zon scheen op de afgesproken plaats,
zo vertelde een dun straaltje morgenlicht.
Langzaam streek ik haar blonde haar opzij
en trof lachende blauwe ogen in een stralend
gezicht. Een traan rolde over mijn wangen,
zuiverde mijn gezicht van reeds gelopen zand.
Lachend keek ik terug. Ze zei: ‘Je strijd is
nu voorbij. Je bent weer helemaal van mij!’
Geplaatst in de categorie: overig