Mijn vorige leven als Jonkvrouw
Als Jonkvrouw zit ik in een slot.
Ik word daar door een draak bewaakt,
Door Vader ooit eens kwaad gemaakt.
Geen draak wordt ongestraft bespot.
Ik treur des daags soms om mijn lot,
Als ieder die naar vrijheid haakt,
Maar als de avondkilte naakt
Is de verwarming nooit kapot.
Dan spuwt die grote draak wat vuur
Uit al zijn zeven zwarte snoeten,
Verwarmt mij zo in ‘t nachtelijk uur.
Die draak moest met zijn leven boeten.
Er kwam zo’n Lancelot figuur.
En ik kreeg ’s avonds kouwe voeten.
Geplaatst in de categorie: lightverse