De dwaze en de nar
"Laat mij mijn kinderlijke blijheid",
sprak de dwaze,
"want het is door deze kinderlijke (h)eerlijkheid
dat ik niet verstrikt geraakte in het volwassen net
met zijn dichtgesnoerde mazen."
"Laat mij mijn onschuldig gebrabbel",
sprak de dwaze,
"want door deze onschuldigheid
gooide ik mijn zienswijze over het leven
voor jullie denken te grazen."
"Laat mij maar mijn filosofische overpeinzingen",
sprak de nar der narren,
waardoor zelfs in zijn kinderlijke onschuld de dwaze
zijn denkend zijn ging verwarren.
Geplaatst in de categorie: psychologie