Vader
Met ons gezicht werd altijd gesproken.
Een rillende trek, van opa ingepikt.
Door wangen werden woorden gebroken,
en als platte, vlakke propjes ingeslikt.
De hoeken die zich strak vormden lieten merken,
dat we één waren en daarom afgekeurd.
De zelfspot, die het geschil had laten werken,
ontbrak en was daarmee doofstom ingescheurd.
Jouw berg, gevormd door zelfgevouwen trots,
een levenlang zorgvuldig aan gewerkt,
gaf eenzaam zicht op eigen stenen rots,
die, verdedigend, afweer had versterkt.
De spiegel ertussen wierookte signalen,
die stuiterend naar ons retour kwamen dalen.
Geplaatst in de categorie: ouders