Doodlopende weg
als ik weer eens over akkers stap
door de brede voren diep bevroren
zie ik kraaien onder de torenkap
de zwartjassen lijken hier te horen
als winter weer een glazen offer schenkt
aan sloten waar reigers onverdroten
naast het stille van de dood die wenkt
zweven tussen hoop en niet geschoten
weet ik, dit is geen oord voor duiven
waar kinderen met de tijd zijn gevlogen
op zoek naar ranken vol zoete druiven
is de draad gebroken, het pad verbogen
naar oude ogen die allang niet meer wenen
om hun namen gelegd in zwarte stenen
Geplaatst in de categorie: woonoord