Aubade
Onze merel zingt in ‘t vroege uur van de dageraad,
zijn geluid van hoge tonen klimt boven het ruisen
van de wind in de bomen, maar zwijgt in de nacht,
opdat hij niet de sterren van het hemeldak blaast.
De grote rode zon klimt boven de horizon en de
merel denkt dat ‘t zijn werk is, stapt trots rond,
viert de geboorte van de nieuwe wereld en danst
euforisch de regenwormen uit de zwarte grond.
‘s Morgens zit hij op de vensterbank bij het brood
dat ik serveer en brengt mij als dank een aubade,
althans dat geloof ik zo graag, laat mij in die waan.
Als hij, stank voor dank, een ‘cadeautje’ achterlaat,
zeg ik boos dat ik hem verlaat, palmt hij me in met
een prachtig lied; hij verstaat alleen de vogeltaal.
Inzender: Janneke Koster Baas, 9 april 2010
Geplaatst in de categorie: vriendschap