Grootvader
In mijn prille wonderjaren
zat ik naast hem op de bok.
De teugels in zijn ruwe knuisten
spanden zich een beetje op
als we plots het oogstland kruisten
en hij 't paard tot stilstaan trok.
Hij sloeg een grote handdoek open
en we aten op gemaaide gras.
Bij een boterham met siroop
vertelde hij dan steeds verhalen,
als het heimwee hem besloop,
over hoe 't voor de oorlog was.
Ik genoot met volle teugen
van die dagen op het veld.
Bij 't geruis van wiegend koren
en de geur van paardenvijgen
wilde ik niets anders horen
dan vertelsels van mijn held.
Op een zomerse junimorgen
in 'tweeënzestig herinner ik mij,
wijl het hooi te drogen lag
is m'n grootvader gestorven.
Die dag waren in één hartslag
m'n wonderjaren plots voorbij.
Nu ik met mijn kleinzoon wandel
door het hooi en krakend stro
zie ik m'n kleine-zelf in hem,
zit ik weer apetrots op de bok
en hoor weer opa's forse stem:
Ju Max ju, we zijn er zo!
Geplaatst in de categorie: familie