Stanley Kunitz, Het portret.
Mijn moeder heeft het mijn vader nooit vergeven
voor het doden van zichzelf,
vooral in zo’n moeilijke tijd
en in een openbaar park,
dat voorjaar
toen ik wachtte om geboren te worden.
Ze vergrendelde zijn naam
in haar diepste kabinet
en zou hem er ook niet meer uitlaten,
maar ik hoorde hem bonzen.
Toen ik van de zolder kwam
met het pastelportret in mijn hand
van een langlippige vreemdeling
met een dappere snor
en diepliggende bruine ogen,
scheurde ze het in flarden
zonder één woord te zeggen
en sloeg me hard.
In mijn vierenzestigste jaar
voel ik mijn wang
nog steeds branden.
http://www.poets.org/viewmedia.php/prmMID/15203
Inzender: Peterdw., 1 oktober 2010
Geplaatst in de categorie: idool