UITGEWOOND
Arm, oud pand
De tijd zette zijn tanden in je huid
Maakte je blind en monddood
Je had nog wel oren naar glas en cement
Ik vroeg nog monumentenzorg aan
Maar in aanmerking kwam je niet
Je baard een verwilderde klimop
Kwijl je gekleed in vuil grondvest
Scheefgezakt ochtenddauw
Binnenin je is het donker, smeek je
Om sloophamer of pyromaan
De storm raast maar kent geen meelij
Het is gewoon je tijd nog niet
Ik respecteer je doodswens, injecteer je
Met drukinkt, het verval zal snel intreden
Nog even en je ziel verhuist
Zie ook: http://members.chello.nl/j.vrolijk2/index.htm
Schrijver: Anneke Haasnoot, 9 oktober 2010
Geplaatst in de categorie: literatuur