De Horlepiep
De Horlepiep
Nee, Magere Hein ontloop je niet,
ook als je hem nooit hoort of ziet.
Met scherpe zeis en in ’t geniep
danst hij stakerig de horlepiep.
Ik lach en schater; hoe macaber wijs en lied
ook zijn: zijn knekellied verdriet mij niet.
Dapper ook de dorpse boer, hij melkt en wiedt
en oogst: voor hem ligt welvaart in ’t verschiet.
De man die telkens weer mijn rozenperk begiet,
is onvermoeibaar bezig: blij bewatert hij en ziet
nauwlettend toe dat menig plantje wortel schiet,
waarmee hij elk een kort maar zonnig leven biedt.
En Nel, die lange lijs en malle griet,
van liefde daas, maar ook van te veel wiet:
niets stoort noch haar, noch dagverdromer Piet,
zij spelen om het even wat, zij spelen mogelijk quitte.
De zomerzon is mild en uit het bootje in het riet
klinkt liefs: de jongen kust het meisje kierewiet
of andersom. Kortom, eenieder zingt zijn eigen lied,
maar toch: vriend Hein ontloop ook jij tenslotte niet!
Geplaatst in de categorie: overlijden