Sonnet voor Guus
Sonnet voor Guus
Gelukkig hij die in zijn korte leven
zijn medemens zoveel heeft kunnen geven,
veel goeds, veel waars, veel schoons, de grote drie,
een geur van hoger honing, euforie.
Gelukkig hij die vóór de tweede fase
leerlingen had die dertig boeken lazen,
de meester die nog boeiend mocht vertellen,
vóór de terreur van wanen en modellen.
O Guus, geen flater werd door jou begaan,
geen lage lust of jij kon hem weerstaan,
alleen één ding, de wending in ’t sextet,
- zoals bekend de wet van elk sonnet –
de breuk, die lukt niet en dat is jouw schuld:
zo is in jou toch een gebrek onthuld.
(naar aanleiding van de verkiezing Leraar van het Jaar)
Geplaatst in de categorie: actualiteit