un winterdach (een winterdag)
in dromereche sneeuw
mistroastend de hele dach
in è stad ombongeld
fernikkeld van è koude
last fan wintertoanen
en ròppich in ’t lyf
winterwuttels met siepels
wil ik eten met krumeche earpels
myn fingers pimpere in bitsje
earst mar even slobbbere
fan die hearleke sûkelademelk
met un fers stuk sukerlat
roadburstjes flyche hene en teruch
en ete de overbleven krûmels
wyken fan moalens
staan grimelgrammelech
teugen de hemel an
wer ut laaste sonlicht
skynt in skimereche dampen
vertaling:
in dromerige sneeuw
mistroostig de hele dag
in de stad rondgeslenterd
verkleumd van de kou
last van wintertenen
en een hongerige maag
winterwortels met uien
wil ik eten met kruimige aardappels
mij vingers tintelen een beetje
eerst maar even slobberen
van die heerlijke chocolademelk
met een vers stuk suikerkoek
roodborstjes vliegen heen en weer
en eten de overgebleven kruimels
wieken van molens
staan veelkleurig aan de hemel
waar het laatste zonlicht
schijnt in schemerige dampen
NB dit gedicht is geschreven in het stadsfries zoals dat o.a in Leeuwarden, Sneek , Franeker en Harlingen word gesproken
Geplaatst in de categorie: natuur
Dou krijst een glaske gloeiwyn fan mie om weer wat op te warmen..